
01-05-2024
Publicatiedatum: 02-05-2024
Vandaag ontving ik een brief van de Belastingdienst Particulieren | Ondersteuning Burgers en Klachtbehandeling, team Klachtbehandeling kantoor Arnhem. De brief is gedateerd op 25-04-2024. De tekst van de brief is hieronder vermeld:
Betreft: doorzending klachten
Op 27 maart 2024, 28 maart 2024 en 5 april 2024 heeft u digitale klachten ingediend bij de Belastingdienst.
U schrijft hierin dat sprake is van integriteitsschendingen. Uw klachten zijn daarom doorgestuurd naar het Onderzoeksbureau Integriteit Financiën ter verdere afhandeling.
Hoogachtend,
namens de algemeen directeur Particulieren,
Een naam ontbreekt onder de brief en de handtekening heb ik nog niet kunnen ontcijferen. Het ontbreken van namen betekent m.i. dat men het niet meer weet, dat men bang is, dat men zich geen houding meer weet te geven. Maar belangrijker nog: op deze manier hoeft er niemand de verantwoordelijkheid op zich te nemen en ontneemt men mij de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen de briefschrijver. Althans...... dat lijkt men te denken. Jammer, ze kennen mij duidelijk nog stééds niet.
Dat men bij de Belastingdienst niet uitblinkt in snelheid is inmiddels algemeen bekend, maar dat het opstellen van een simpel briefje aan een burger, om te laten weten dat ingediende klachten zijn doorgestuurd, maar liefst 20 dagen heeft moeten duren is toch wel heel erg triest. Hoeveel medewerkers zouden hier hun plasje overheen hebben gedaan voordat er uiteindelijk is besloten om mij dit briefje te sturen?
De HAM-vraag blijft natuurlijk: heeft mijn gedingstuk van 18-04-2024 - dat op 22-04-2024 om 11:44 uur aan het digitale procesdossier is toegevoegd - hierin een accellererende rol gespeeld?
Nu de Belastingdienst de behandeling van deze klachten (meldingen integriteitsschendingen) aan BVA/OIF heeft overgedragen hebben ze zelf natuurlijk weer alle handen vrij om aan het verweerschrift voor de procedure over de onrechtmatige uitspraak op bezwaar te gaan werken. Fijn! Kan er eindelijk schot in de zaak komen!