Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

16 mei 2023

Hoe langer je er over nadenkt, hoe vreemder het wordt. Je hebt géén extra bewijs hoeven aanleveren en tóch gaat de teamleider ineens akkoord. Dat is toch vreemd? De verbijstering begint plaats te maken voor boosheid. Een enorme boosheid. Hoe kan het dat 4 jaar strijd en ellende zómaar is opgelost? Wáár is het addertje onder het gras? Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is dat meestal ook zo. Nietwaar?

Je besluit na een weekend vol boosheid eerst maar eens jouw volledige eisenpakket op tafel te gooien. Want daar had je de kans nog helemaal niet voor gehad. En met alléén tegemoet komen aan je bezwaarschriften komen ze er niet, dát zou te gemakkelijk zijn na 4 jaar keihard knokken. Aangezien de bezwaarprocedures drie jaar hebben geduurd heb je sowieso recht op vermindering van een opgelegde verzuimboete. Immateriële schadevergoeding (€ 500 per 6 maanden, indien bezwaar en beroep samen langer dan 2 jaar hebben geduurd) is de volgende post. Daar kan discussie over ontstaan, omdat in sommige gevallen bezwaarschriften van meerdere jaren worden samengeteld. Maar het is wél een onderhandelingspunt. En het belangrijkste punt: de aanvullende dwangsom die de rechtbank aan de Belastingdienst heeft opgelegd, indien er niet uiterlijk 17-02-2023 uitspraak op de bezwaarschriften zou worden gedaan.

Het venijn zit 'm altijd in de staart. Altijd. De vraag is namelijk of het afwijzen van bezwaarschriften zónder de belastingplichtige te hebben gehoord vanwege een nieuw feit en zónder de belastingplichtige het recht op dossierinzage te hebben gegund, met een overigens fiscaal zwak argument, wel voldoet aan wat de rechter heeft bepaald, als de belastingplichtige in reactie op de vooraankondiging afwijzing bezwaar juist expliciet om dossierinzage en een hoorgesprek heeft gevraagd. Dat dat nooit meer vóór de fatale datum waarop uitspraak gedaan moest worden georganiseerd had kunnen worden, staat als een paal boven water. Dus alleen indien de inspecteur (deze teamleider dus) aan de bezwaarschriften tegemoet was gekomen, had tijdig uitspraak op bezwaar gedaan kunnen worden. Maar dat gebeurde niet, de bezwaarschriften werden afgewezen. Twee dagen vóór de fatale datum werden de uitspraken op bezwaar thuisbezorgd. Door twee belastingdeurwaarders (die overigens voor een dichte deur kwamen), waarvan op camerabeelden is te zien dat ze rond hebben gelopen, hun paperassen in een envelopje drukten en voor het gemak ook nog even een paar foto's namen (van privé-eigendommen terwijl ze zich op privé-terrein bevonden!) voordat ze weer in de auto stapten en dwars over een groenstrookje weer de weg op reden.

Dit roept gelijk ook ándere vragen op. Waarom konden die uitspraken op bezwaar niet gewoon per post worden verstuurd? Het mag wat kosten kennelijk, als speciaal daarvoor twee deurwaarders in de auto moeten stappen en een rit van 22 kilometer enkele reis moeten maken om de uitspraken op bezwaar persoonlijk te overhandigen. Pardon, persoonlijk in de brievenbus te deponeren. Feit is dat het bezorgen van post ánders dan dwangbevelen niet behoort tot de wettelijke taken van een belastingdeurwaarder. Feit is eveneens dat de inspecteur (deze teamleider) géén opdracht had verstrekt tot het verrichten van een onderzoek naar ondergetekende. Dat betekent dat zoiets als foto's maken op privé-terrein van privé-bezittingen (waaronder de auto) zonder toestemming van ondergetekende uit den boze is. Maar hey, bij de Belastingdienst nemen ze het allemaal niet zo nauw, dat was nou precies de reden dat deze strijd al 4 jaar duurde.......