Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

1 juli 2023

Het LIC, dat zorgt voor zowel inning als uitbetaling van belastinggelden, blijkt een geheel eigen beleid te voeren. De ervaring leert inmiddels dat men zich helemaal niets aantrekt van instructies die vanuit de inspectie worden gegeven. Zo gaat men, ondanks dat er uitstel van betaling voor openstaande aanslagen is verleend, tóch eigenhandig over op verrekening van teruggaven op deze openstaande aanslagen. Zelfs wanneer er expliciete orders van de inspecteur liggen dat er niet verrekend mag worden. En dat gebeurt niet één keer, maar herhaaldelijk. Op deze manier heeft het maken van specifieke afspraken met de inspecteur natuurlijk geen enkele zin. En dat leidt er vervolgens toe dat de Belastingdienst een uitermate onbetrouwbare partij wordt om mee te moeten onderhandelen.

Wanneer je, als onderdeel van gemaakte afspraken, je beroepschriften bij de rechtbank moet intrekken blijkt dat je dat beter pas kunt doen wanneer je al het geld waar je recht op hebt, op je bankrekening hebt staan. Doe je dat niet, dan ben je overgeleverd aan de nukken en grillen van het LIC, ook al zijn zij niet rechtstreeks partij in onderhandelingen.

Het ongedaan maken van een intrekking van beroepschriften bij de rechtbank blijkt onmogelijk. Maar als de inspecteur de toegezegde verminderingen heeft verwerkt en je de bijbehorende beschikkingen éénmaal binnen hebt, kun je vervolgens wél opnieuw in beroep gaan om op die manier alsnog je recht te halen. Oók voor het onrechtmatig handelen van de inspecteur dat pas ná het intrekken van de beroepschriften aan het daglicht is gekomen. Leuker kunnen ze het niet maken. Makkelijker wél, maar dat doen ze niet. Dus we pakken de strijdbijl weer op en trekken vol nieuwe moed weer opnieuw ten strijde. De Belastingdienst kan wel denken dat ze ongestraft álles kunnen maken, maar zó zijn wij niet getrouwd. We zijn helemáál niet getrouwd.... god zij dank!